dinsdag 27 september 2011

Heffingsrente fiscus opnieuw op de schop

@Telegraaf, #Heffingsrente #fiscus opnieuw op de schop.

Zo luidt de kop in de Telegraaf. Schande roepen veel belastingadviseurs. Ik wil echter niet van schande spreken.

De regeling inzake heffingsrente gaat dus opnieuw op de schop. Je zou toch denken dat ze bij het Ministerie van Financien eens klaar moeten zijn met scheppen. Maar nee, weer gaat de heffingsrenteregeling op de schop. Wat mij betreft moeten ze de kuil maar eens dichten en voorgoed asfalteren. En er dan niet meer aankomen.

Vanmiddag nog gelezen, een opmerking van prof. dr. S.J.C. Hemels in Het Register, het vakblad van het Register Belastingadviseurs: "Belastingwetgeving mag geen proces van trial-and-error zijn".

Daar ben ik het volkomen mee eens. Belastingwetgeving moet consistent zijn, je moet erop kunnen vertrouwen, zeker als je lange termijn beslissingen moet nemen. Helaas blijkt belastingwetgeving vaak afhankelijk te zijn van de waan van de dag. Dan zijn het weer bepaalde idealen die door een politieke partij moeten worden behaald waarvoor dan fiscale wetgeving wordt ingezet, nu zijn het weer bezuinigingen die moeten worden doorgevoerd. Op zich is belastingwetgeving natuurlijk ingegeven door de noodzaak voor de overheid om geld binnen te halen, maar probeer dan als overheid beslissingen voor een langere tijd te laten gelden.

Zo is de regeling omtrent de heffingsrente per 1 januari 2006 nog gewijzigd, op 1 januari 2010 werd dat weer gewijzigd en in het Belastingplan 2012 staat weer een nieuwe wijziging. Waarom moet de regeling zo vaak worden gewijzigd? Kunnen degenen die de regeling doorrekenen niet verder kijken dan een paar jaar? Is er werkelijk sprake van trial-and-error wetgeving? Laten we deze wijziging maar eens doorvoeren en dan zien we wel hoe het uitwerkt? Er is al vele jaren discussie over het berekenen van heffingsrente. Aan veel buitenlandse klanten moet ik uitleggen wat dat extra bedrag op die aanslag betreft. Dat ze blij zijn te zien dat de teruggave hoger uitvalt dan verwacht. Totdat er ineens een te betalen bedrag volgt. Dan is het enthousiasme plots minder. In BelgiĆ« kennen ze geen heffingsrente, daar moet je gewoon betalen wat je moet betalen. Punt. Heffingsrente is daar niet nodig. In Nederland blijkbaar wel, maar dan moet het percentage wel elk kwartaal opnieuw worden vastgesteld. Afhankelijk van de rente op de markt, of toch weer niet als de politiek het percentage toch te hoog vindt. Dus een hoop rompslomp, onduidelijkheid en vaak niet te verkopen.

Wat mij betreft: geheel afschaffen die regeling. De belastingdienst is dan niet meer de spaarbank die ze niet wil zijn en de belastingplichtige wordt niet geconfronteerd met een te betalen bedrag aan heffingsrente indien een aanslag wordt opgelegd. Met de toegenomen informatie waarover de belastingdienst beschikt, zie de vooringevulde aangifte, moet het voor de belastingdienst toch mogelijk zijn om redelijk snel te kunnen bepalen of een belastingplichtige aanvullend belasting moet voldoen. Door het opleggen van een voorlopige aanslag kan de belastingheffing dan naar voren worden gehaald. Heeft de belastingdienst niet voldoende gegevens, zoals bij een ondernemer dan kan worden aangesloten bij de jaarlijkse schatting in combinatie met de periodieke BTW aangiften.

In het Belastingplan 2012 wordt de berekening van heffingsrente verplaatst naar een begindatum die start op 1 juli volgend op het betreffende belastingjaar. Hierdoor zouden veel belastingplichtigen die aangifte doen voor 1 april niet meer in aanraking komen met heffingsrente. Nou dat is mooi, verleg de datum dan nog verder en we zijn er helemaal vanaf. Laat ik er echter  maar vanuit gaan dat dit niet zal gebeuren.

In het artikel in de Telegraaf wordt er door de aangehaalde adviseur op gewezen dat het schande is dat de overheid wil beperken dat er heffingsrente wordt uitbetaald bij een teruggave terwijl de belastingplichtige wel gewoon heffingsrente moet voldoen als hij belasting moet bijbetalen. Ook wordt er het voorbeeld aangehaald waarbij een belastingplichtige gaat procederen, deze zaak verliest en vervolgens wordt geconfronteerd met een nog hoger bedrag aan heffingsrente. Er wordt aldus gemeten met twee maten. Maar is dat wel zo?

Moet de overheid, dus de belastingbetaler, dan maar lijdzaam toezien als een belastingplichtige de verschuldigde belasting laat betaalt? Is een belastingplichtige niet zelf verantwoordelijk voor het juist berekenen van zijn belastingschuld? De belastingplichtige bezit namelijk de meeste gegevens om deze schuld te bepalen, eerder nog dan dat de belastingdienst hierover beschikt. Zeker als de belastingplichtige wordt bijgestaan door een belastingadviseur kun je stellen dat een belastingschuld eerder kan worden bepaald. Procederen is ook een keuze en uiteraard een groot recht. Moeten andere belastingplichtigen dan maar opdraaien voor tijdsverlies ontstaan door een verloren rechtzaak? Dit is echter een discussie die deze blog te buiten gaat, in relatie tot het fundamentele recht om naar de rechter te stappen, ook indien bij voorbaat duidelijk is dat een procedure geen kans van slagen heeft.

Daarnaast oordeelde de Hoge Raad op 25 september 2009 dat gezien het beleid van de Belastingdienst om in beginsel binnen drie maanden na het indienen van een aangifte een (voorlopige) aanslag op te leggen, het zorgvuldigheidsbeginsel zich ertegen verzet dat er meer heffingsrente in rekening wordt gebracht als deze termijn wordt overschreden, dan wanneer deze termijn wel gehaald wordt. Dit wordt slechts anders indien en voor zover overschrijding van de termijn van drie maanden niet te wijten is aan de Belastingdienst (een voorbeeld is bijvoorbeeld als de belastingplichtige erg traag is met het beantwoorden van vragen). Met andere woorden, door snel de aangifte in te dienen wordt de berekening van heffingsrente beperkt. Het snel indienen van een aangifte ligt in de beschikkingsmacht van de belastingplichtige. Als de belastingplichtige ervoor kiest om de aangifte later in te dienen of geen voorlopige aanslag aan te vragen kan mijns inziens het berekenen van heffingsrente gerechtvaardigd zijn, ook indien er geen rente wordt berekend als er sprake zou zijn van een teruggave. De belastingdienst mag immers niet worden gebruikt als financieringsvehikel door de belastingplichtige. De belastingdienst moet geld innen en de belastingplichtige en diens adviseur mogelijkheden verkennen om legaal zo weinig mogelijk belasting te hoeven betalen. De belastingdienst is er echter niet voor om te functioneren als bank. Daarvoor zijn andere instanties. Dan lijkt me de (tussen)oplossing om geen heffingsrente te berekenen voor 1 juli van het volgende jaar nu nog niet eens zo slecht.

Laten we ophouden met scheppen en discussieren. Die twee gaan niet goed samen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten